|
||||||||
|
Hoewel het spreekwoord zegt, driemaal is scheepsrecht, kunnen de zusjes Rebecca en Megan Lovell van Larkin Poe blijkbaar niet genoeg krijgen van ons gezellige Belgenland. Het zat hen in een verder verleden nochtans niet mee toen ze in 2016 samen toerden met hun goede vriend Elvis Costello en die een longinfectie opliep tijdens zijn Belgische passage en de drie concerten van de tournee, waar Larkin Poe opende, werden afgelast. Costello was diep onder de indruk van het talent van de piepjonge zusjes, die hij leerde kennen in 2007 op het MerleFest, een Americana festival in North Carolina. Maar uitstel is geen afstel en na een vurig passage in de Brusselse Madeleine, mochten ze twee maanden later als special guest openen voor ZZ Top in Vorst Nationaal, die na 50 jaar samen op het podium hun gouden jubileum vierden. Verleden voorjaar lag het Koninklijk Circus nog aan hun voeten en de Belgische fans hebben de beste herinneringen aan het concert en amper een jaar later staat Larkin Poe opnieuw zijn gitaren te geselen op het podium van een zo goed als uitverkochte AB. Het uit Atlanta, Georgia afkomstige Larkin Poe, dat vandaag in Nashville resideert, begon oorspronkelijk als The Lovell Sisters, een zuster-trio dat samen met Rebecca en Megan ook nog de oudste zus zanger-violiste Jessica omvatte. Hun muziekstijl ging toen meer richting bluegrass en americana uit, maar toen Jessica voor haar studies en gezin koos, hielden de overgebleven zussen Larkin Poe boven de doopvont, een naam die ze ontleenden aan een overleden grootvader van generaties terug. Hierbij sloeg meer en meer de bluesvlam in de pijp en kozen ze gaandeweg voor de elektrische gitaren en de stompende ritmes van southern roots rock, een genre waar de legendarische The Allman Brothers een patent op hebben. Acht albums later schudden ze verleden jaar één van hun beste maar tegelijk ook één van hun meest blues-rockende platen “Blood Harmony” uit hun mouw, dat verder teert op de succesformule van een virtuoos solerende Megan op slidegitaar en een Rebecca die de leadvocals en elektrische gitaar voor haar rekening neemt. Als opener mogen we vanavond de Canadese retro rockers, The Sheepdogs verwelkomen, oude bekenden, want we herinneren ons nog levendig hun flamboyante passage in wijlen Muziekodroom in Hasselt. In Canada zijn The Sheepdogs echt hot en wonnen ze maar liefst vier Juno Awards, de muziekkenners hier weten wel waarom en ook vanavond levert het vijftal van Ewan Currie, leadzang en gitaar , Ryan Gullen, bas , Sam Corbett, drums , leadgitarist Ricky Paquette en toetsenist Shamus Currie weer een stevige seventies rockende set af, die aftrapt met heerlijke Allman Brothers gitaren in “How Long, How Late”, uit hun zelfgetitelde album, en waar leadgitarist niet bij de pakken blijft zitten en dadelijk een paar waanzinnige solo’s uit zijn snaren perst en hierbij de show steelt met heerlijke rock poses. The Sheepdogs zijn echter van alle rock markten thuis en dat mogen we aan den lijve ondervinden in de soulvol trage ballade “Bad Lieutenant”, die mooi in het repertoire van Dan Auerbach zou passen en het uptempo rechttoe rechtaan rockende Find the Truth, dat ons gemeende danskriebels doet krijgen. Ze geven ons letterlijk wat ruimte om af te koelen in het dromerige op The Doors toetsen drijvende “Cool Down”, waarna ze ons bruusk de gordijnen injagen met de heerlijk dynamische en harmonische gitaarsolo’s in de instrumental “Kiss The Brass Ring”, om de set uiteindelijk af te sluiten met het swingend soulvolle “Nobody”. Met deze perfecte opwarmer was de loper perfect uitgerold voor Larkin Poe, die enthousiast onthaald worden door de Brusselse menigte. De Lovell zusjes hebben vandaag dubbel te vieren want samen met hun onweerstaanbaar rockend album “Blood Harmony” staan ze hier vanavond ook met een nieuwe akoestische EP “An Acoustic Companion” onder de arm. Larkin Poe kent zijn klassiekers en komt onder daverend applaus het podium op gewandeld op de tonen van “White Room” van de supergroep Cream. Ook vandaag zullen we net als bij Cream de crème de la crème voorgeschoteld krijgen op het vlak van bluesrock en aanverwante genres. De gitaren gieren ons al dadelijk door de keel bij de opener "Strike Gold”, die klinkt alsof het duo tevens in Nashville residerende duo Auerbach-Carney een vrouwelijke klank clone hebben, waarna in de poppy bluesrocker Megan voor het eerst haar slidegitaar mag laten gieren. Gans de AB swingt al met de heupen richting de stomende southern rocker “Summertime Sunset”, waarna “Jessica” van de Allman Brothers Band een passende ereronde voor het identiek benoemde derde Lovell zusje en ex-bandlid Jessica brengt. Blues is een genre waar bekende klassiekers coveren bijna een erezaak wordt en zo krijgen we nog een rootsie versie van Son Volt’s “Preachin’ Blues” te horen en zet een akoestische versie van Elton John’s “Crocodile Rock” de hele zaal aan tot een enthousiaste meezing sessie. Ook Screamin’ Jay Hawkins, de schrijver van het tijdloze “I Put A Spell On You”, wordt geëerd in de zware gitaarsolo’s doorregen bluesrocker “Bad Spell” en ze verbouwen Ray Charles’ titel “Georgia On My Mind” grappig om in “Georgia Off My Mind”. Topper van dit akoestisch intermezzo, waar gans de band zich in bluegrass stijl rond één micro schaart, is de trage, romantische ballade “Might As Well Be Me”, waar Megan pas echt haar virtuositeit toont, slidend op haar Dobro. Na een stomende finale van “Wanted Woman AC/DC” en een op donderende percussie en grommende slide drijvend “Bolt Cutters & The Family Name” sluit de schitterende set finaal af met een bijan hiphop klinkende versie van “Deep Stays Down”. Na Bonnie Riatt, Suzan Tedeshi en andere Samantha Fish’s, fonkelen in de States twee nieuwe grote sterren aan het blues firmament. Een grote zaal van de AB op zijn kop zetten is niet iedereen gegeven en we hebben het laatste zeker niet gezien van deze jonge, getalenteerde Lovell zusjes met Larkin Poe. Klasse te koop en een geweldig concert. Yvo Zels
|